top of page
Nieuws: Blog2

De rijke geschiedenis van de Bataaf


Op 23 maart 1798 kreeg patriot Willem Heytveldt een vergunning voor het gebruik van circa 25 hectare duingrond aan de rand van de Scheveningse Bosjes in Den Haag. Hij begon meteen een ranch te bouwen, aardappelen en suikerbieten te poten en rogge, gerst, boekweit en dergelijke te zaaien.


Willem Heytveldt was in 1787 naar Frankrijk gevlucht toen de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog uitbrak, maar kwam na 1790 weer terug naar de Bataafse Republiek. De Bataafse Republiek werd genoemd naar de Bataven, een Germaanse stam die ten tijde van Julius Caesar de Nederlandse delta bewoonde. Aan de Bataafse Republiek kwam een einde bij de stichting van het Koninkrijk Holland in 1806.


Buiten een ranch groef hij samen met zijn zoon ook een waterput. Daarna bouwde hij een theeschenkerij waar wandelaars en jagers hun dorst konden lessen. Ook maakten ze een schommel en een wip voor de kinderen van zijn gasten. Gezien zijn verleden werd hij al gauw de Bataafse Boer genoemd, en kreeg de theeschenkerij de naam De Bataaf.


Door zijn succes verpachtte de overheid steeds meer grond aan hem. Uiteindelijk had hij het stuk tussen de Scheveningseweg en het Westbroekpark tot aan de Javastraat in zijn bezit. Voor de stadsuitbreiding tussen 1875 en 1895 had de gemeente zelf het deel tussen de Javastraat en Scheveningse bos (Archipelbuurt) nodig en nam daarom dit deel weer terug. Heytveldt werd aangesteld als veldwachter. Hij overleed in 1820 en werd opgevolgd door zijn 6de kind, de 19-jarige Johan Carolus.

Sommige bronnen geven aan dat er in 1881 reeds op de grasvelden bij De Bataaf tennis werd gespeeld. Het onderhoud was niet eenvoudig, in Engeland was de grasmaaier wel uitgevonden maar in Nederland was deze nog niet geïntroduceerd. Er was wel een grasveld, naar de spelers moesten daarop zelf een baan uitzetten. Daar werd de tenniskist voor gebruikt, waarin een net zat en vier paaltjes. In dat jaar kreeg ook de theeschenkerij reeds toestemming om sterke drank te verkopen.

Na het overlijden van Johan Carolus in 1888 kocht de gemeente de familie uit. Herberg De Bataaf bleef bestaan en werd verpacht aan de 's-Gravenhaagsche Melkinrichting De Sierkan. In april van dat jaar werd er op het terrein een grote kinderspeeltuin, croquet- en lawntennisvelden' aangelegd. In de waterpartij kon men met kano's en raderbootjes varen. Er kwam een vergunning voor zes cementbanen. Er werden diverse banen aan verschillende clubs verhuurd. Met de slogan; "Wat „de Bataaf" uw kinderen biedt, vindt ge in heel Nederland niet" werd het park de Bataaf een groot succes. Er kwam zelfs een openluchttheater waar onder andere voorstellingen en poppenkast vertoningen werden gehouden. In de wintermaanden kon je er schaatsen en er werden volop activiteiten, zoals het nationaal zangconcours en het kinderbloemencorso, georganiseerd. In 1939 werden zes gravelbanen aangelegd. Op 23 maart werden deze feestelijk geopend in aanwezigheid van S G A Doorenbos (directeur Plantsoenen) en Machiel Vrijenhoek (wethouder van stadsontwikkeling en volkshuisvesting).


Eind jaren vijftig kwamen er steeds minder spelers. Sommigen verlieten De Bataaf en gingen op Chateau Bleu spelen. De achterblijvers richtten een eigen club op, de Batavieren. Zij hadden er een goede tijd totdat eigenaar Van de Meer overleed. Het tennispark werd enkele keren doorverkocht maar verloederde langzamerhand steeds verder. De Batavieren kozen eieren voor hun geld en gingen ergens anders spelen. In het boek Haagsche Koffiehuizen is nog te lezen "Tegenwoordig is de Bataaf ordelijk, netjes en correct als zij is, zelfs niet meer de schaduw van wat zij was toen daar nog de oude norse boer zijn scepter zwaaide".

Rond 1980 deed voetballer Willem van Hanegem nog een poging om het park nieuw leven in te blazen. Het interieur van het nieuwe partycentrum werd door Eppo Numan ingericht. Hij maakte er een feest van en organiseerde tennis toernooien met bekende Nederlanders. Zijn vrouw Truus van Hanegem stond achter de bar. Ondanks de poging er wat van te maken kwamen er te weinig nieuwe leden bij en vertrok Willem naar Feyenoord. Eind 1981 besloot Westland-tuinder Piet Zwinkels het park te kopen. Hij renoveerde het park, waarbij de waterpartij en de speeltuin verdwenen. Er kwam een tennishal met drie binnenbanen en er kwamen drie extra buitenbanen. In 1982 werd bij de bouw van de tennishal de eerste prehistorische vondst gedaan: scherven aardewerk, stukjes bot en stukjes natuursteen.

Tennisvereniging Thor RW (fusie tussen vereniging Thor en Rood Wit) wilde na de verbouwing van Zwinkels graag op het vernieuwde tennispark spelen en vroeg daarvoor, om het weer een succes te maken, ook De Batavieren (oud-spelers) weer naar de Bataaf terug te komen. Een fusie tussen Thor RW en De Batavieren werd besproken maar ketste af omdat er slechts 75 Batavieren vóór stemden en de statuten 76 stemmen vereisten. Thor RW kwam in 1982 toch naar de Bataaf maar helaas ging Zwinkels uiteindelijk na 2 jaar ook failliet. Stichting Parkbeheer De Bataaf (SPP) en de Stichting Onroerend Goed (SOG) werden opgericht door Thor RW. Voorzitter werd Dinant Haslinghuis. De Batavieren kwamen terug omdat ze het park in eigen beheer met deze voorzitter wel heel erg zagen zitten. De overige Batavieren die tegen de fusie stemden, gingen elders spelen en kwamen op Houtrust terecht.


Stichting Onroerend Goed de Bataaf (SOG) verhuurt de 18 all-weather gravel-buitenbanen aan de ongeveer 1800 leden van Tennisvereniging Thor de Bataaf. Verder verpacht SOG het Grand Café, de drie binnenbanen en ruimtes aan Archipel Fysiotherapie, aan de Racketshop & Fitness, aan Casa Leo (Kapper) en aan Zein Childcare. Erevoorzitter Dinant Haslinghuis ontving op 24 mei 2013 de stadspenning Den Haag uit handen van mevrouw van Engelshoven, wethouder Onderwijs en Dienstverlening, voor zijn inzet de Bataaf onder zijn leiding weer een succes te maken.






bottom of page